Stap 1:
Dit is de voorkant van het papier. De achterkant is helemaal blauw. Maak dal- en berg-vouwen over deze 4 lijnen. Ontvouw elke vouw nadat je er één hebt gemaakt.

Stap 6:
Druk de omhoogstaande randen plat, zie de roze pijlen. Gebruik de lijnen die je in stap 3 hebt voorgevouwen als hulplijnen terwijl je dit doet.

Stap 5:
Trek het uiteinde bij de onderkant van de pijl omhoog door een dal-vouw over het gele lijntje te maken.

Stap 2:
Maak eerst een dal-vouw over de twee lijnen rechtsonderaan. Maak daarna een berg-vouw over de 2 schuine lijnen in het midden. En maak dan een dal-vouw over de twee lijnen linksbovenaan. Nu krijg je een basisfiguur.

Stap 4:
Ontvouw de vouwen die je in stap 3 hebt gemaakt.

Stap 3:
Maak een dal-vouw over deze twee lijnen. Maak deze vouwen over de bovenste twee lagen van het model.

Stap 10:
Herhaal stap 9 op de andere 3 blaadjes, zie de roze pijlen.

Stap 8:
Vouw het flapje bij de linker pijl omlaag door een dal-vouw over de gele lijn te maken. Doe hetzelfde met het flapje aan de achterkant van het model. Draai het model daarna om, zodat de blaadjes omhoog wijzen.

Stap 9:
Maak deze dal-vouwen op de linker- en rechter-rand van het blaadje. Het uiteinde van het blaadje (zie de roze pijl) wordt een stukje omlaag getrokken als je deze vouwen maakt. (Deze vouwen zijn om het blaadje smaller te maken).

Stap 7:
Herhaal stap 3 tot en met 6 aan de achterkant van het model.

Stap 11:
Rol de vier blaadjes naar achter op met je vingers of om een potlood of pen. Hierdoor worden de blaadjes krommer.